donderdag 18 maart 2010

Fatsoenlijk bestaan

Gisteren is bekend geworden dat Job Cohen de enige kandidaat is voor het lijsttrekkerschap van de PvdA. Ik ben zelf erg blij met zijn kandidatuur. Het is namelijk een man met draagvlak in alle delen van de Nederlandse bevolking en heeft daarmee de potentie om groepen die ver van elkaar staan op het moment dichter bij elkaar te brengen.

Echter een ding viel mij wel op tijdens zijn speech waarin hij aankondigde dat hij zich kandidaat stelde voor het lijsttrekkerschap. Hij nam namelijk ‘een fatsoenlijk bestaan’ als rode draad voor zijn verhaal. De nadruk hierop komt uit het beginselprogramma uit 2005 dat onder leiding van Wouter Bos is geschreven. In 2008 heb ik in “Wouter Bos slaat de plank totaal mis” al eerder kritiek gegeven op het gebruik van ‘een fatsoenlijk bestaan’ als leidraad voor politiek handelen. Mijn grootste kritiek was toen dat het karig en weinig ambitieus is als beginsel. “Fatsoen is het resultaat, niet van politieke of sociale strijd, maar van redelijk overleg tussen beschaafde mensen die allen in ongeveer dezelfde omstandigheden verkeren, elkaar respecteren en met rust laten” betoogde Jan Pronk al in zijn Den Uyl-lezing van 2007. Juist op het moment dat groepen steeds verder uit elkaar zijn komen te staan en respect ten opzichte van elkaar is verdwenen is fatsoen ontoereikend om te komen tot een maatschappij waar iedereen mee telt, een inclusieve maatschappij.

Fatsoen is iets wat ik juist associeer met het CDA in de zin van ‘fatsoen moet je doen’ en niet met de PvdA. Dat terwijl er juist een roep is binnen en buiten de partij om zich als dé progressieve partij van Nederland te profileren, met een nadruk op ‘fatsoen’ doe je dat niet.

Dinsdag jl. hield Prof. Arnold Heertje een pleidooi voor ‘de kwaliteit van het bestaan’ in De Wereld Draait Door. Op het eerste gezicht niet veel meer dan een ‘fatsoenlijk bestaan’. Echter het gaat verder dan dat. Het was in 1963 dat Joop den Uyl een essay schreef met de titel “De kwaliteit van het bestaan”. In die tijd maakte Nederland een enorme economische groei mee en de consumptiemaatschappij was een feit geworden. In het artikel waarschuwt hij voor een focus op verdere economische groei om armoede te laten verdwijnen in Nederland. Hij pleitte voor meer aandacht voor de algemene voorzieningen om zo de kwaliteit van leven te verbeteren in brede zin. Zodat kinderen kunnen opgroeien in een gelijkwaardige situatie en ouderen een kwalitatief leven kunnen leiden.

Nu we in een internationale crisis zitten en in de komende jaren 29 miljard structureel bezuinigd moet worden om te voorkomen dat de begrotingstekorten bij de overheid niet uit de hand lopen wordt het bewaken en zo mogelijk bevorderen van de kwaliteit van bestaan extra belangrijk. Juist nu moet bij keuzes niet de economische belangen prevaleren, maar de maatschappelijke keuzes. Hervormen gaat namelijk niet alleen om hoe je de overheidsfinanciën op orde brengt, maar om wat voor een samenleving je voor ogen hebt. Daarbij moet niet een fatsoenlijk bestaan voorop staan, maar een samenleving waar de kwaliteit van het bestaan voorop staat gebaseerd op gelijkwaardigheid en inclusiviteit.

In dit licht hoop ik dat de programmacommissie van de PvdA kiest voor een visie op Nederland waarin de kwaliteit van het bestaan voorop staat, een visie waarbij men kiest voor een Nederland waar iedereen mee telt, een visie waarmee “de boel bij elkaar” gehouden wordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten