dinsdag 20 november 2012

Regionaal woonbeleid: Tijd om samen door te pakken!

De tijd van grote bouwprojecten en eindeloze ambities is voorbij, wat weinigen ontgaan zal zijn. Nu is het de tijd van forse bezuinigingen, crisis in Europa en krimp in Zuid-Limburg. Maar toch trekken burgers naar de stad. Door een positief migratiesaldo weet Maastricht de laatste paar jaar licht te groeien, in tegenstelling tot de omgeving rondom de stad. Dit heeft consequenties voor het regionale woonbeleid.

In plaats van een aanbodgericht bouwprogramma zal het lokale beleid met een consumentgerichte aanpak ook regionaal worden doorgevoerd. Dit vereist niet alleen consequente monitoring van de vraag naar woningen, maar ook flexibiliteit van gemeenten om hun bouwprogramma’s aan de vraag aan te passen. In 2009 heeft Maastricht zijn bouwprogramma al fors omlaag gebracht. Dit betekent dat Maastricht tot en met 2015 genoeg woningen bouwt om aan de verwachte vraag te voldoen. Vanaf 2015 echter is er naar verwachting een overschot aan bouwprogramma’s in Maastricht. Dat zou betekenen dat er ook gekeken zou moeten worden naar het intrekken van bouwtitels, en meer in het bijzonder het intrekken van woonbestemmingen en mogelijk ook het verder omlaag brengen van bouwprogramma’s. .

De consequenties van de nieuwe regionale woonvisie zijn voor de heuvelland-gemeenten vele malen groter dan de hiervoor voor Maastricht geschetste situatie Het verwachte overschot aan bouwprogramma’s is in deze gemeenten een relatief groter én urgenter probleem, want hun bouwprogramma’s zijn nu al groter dan de vraag. Het blijven bouwen zonder oog te hebben voor de vraag leidt alleen maar tot meer leegstand. Op basis van de prognoses zullen zij hun bouwprogramma’s fors terug moeten brengen om deze kannibalisering in de regio tegen te gaan. Dat is een pijnlijk besluit, zoals wij in 2010 hebben gemerkt toen er in Maastricht voor tientallen miljoenen euro’s aan gronden afgeboekt moest worden.

Maastricht is niet in de positie om met het vingertje te wijzen. Maastricht mag dan wel groter zijn, er beter voor staan en pijnlijke beslissingen al genomen hebben, toch zijn wij allen in de regio gelijkwaardige partners. Tegelijkertijd moeten wij niet denken dat gemeenten het alleen kunnen. Het is een gezamenlijke opgave waarbij de provincie een niet onbelangrijke rol speelt. Dit moeten wij als regio onderkennen. En dus zal de provincie een coördinerende rol moeten krijgen bij de uitvoering van de regionale woonvisie.

De bovenstaande tekst is een aangepaste versie van mijn bijdrage tijdens de raadsvergadering van 20 november 2012