woensdag 23 oktober 2013

Uit huis gezet?


Helaas kunnen we er niet omheen. De economische situatie in Nederland is niet rooskleurig. Er is in Nederland een stijgende werkloosheid, steeds meer behoefte aan sociale huurwoningen en een stijging van het aantal uithuiszettingen door huurachterstand. Om te voorkomen dat dit in Maastricht tot problemen leidt is een gezamenlijke aanpak nodig.

Er dreigt in Maastricht een tekort aan sociale huurwoningen, als er niet wordt ingegrepen. Op dit moment is er al te weinig doorstroming op de woningmarkt waardoor de wachtlijsten voor een sociale huurwoning oplopen. De gemeente moet nu al afspraken maken met de woningcorporaties waarin vastgelegd wordt hoe een tekort aan sociale huurwoningen voorkomen kan worden.  Hiervoor moeten de plannen voor sloop, nieuwbouw, renovatie en verkoop van woningen aangepast worden. 

In Nederland en ook in Maastricht is er een stijging zichtbaar van het aantal uithuiszettingen vanwege huurachterstand. Voor de gezinnen die het betreft is dit een menselijk drama. Een huurachterstand kan vele oorzaken hebben, maar geen kind mag hierdoor zonder dak boven het hoofd komen te zitten. In het verleden was er een convenant tussen de gemeente en corporaties over een gezamenlijke aanpak om uithuiszettingen te voorkomen. Helaas bestaat het convenant niet meer, omdat er destijds sprake was van een dalend aantal uitzettingen. Nu is het moment om weer nieuwe afspraken te maken. 

Maar er is meer nodig, want er zijn ook genoeg mensen die nu nog niet in geldproblemen zitten, maar daar door het verlies van hun baan wel in kunnen raken. Wethouder Jeroen Weyers uit Den Bosch heeft voorgesteld om de huren van deze mensen tijdelijk te verlagen om zo problemen te voorkomen. De kosten voor deze huurverlaging zullen gedragen worden door de corporaties en de gemeente gezamenlijk. Zij hebben er namelijk allemaal baat bij dat mensen niet in de problemen komen. Nu is het wettelijk niet mogelijk een huurverlaging tijdelijk door te voeren voor individuele huurders. Tijd voor een wetswijziging dus! 

Door een gezamenlijke aanpak van corporaties en gemeente kunnen we er voor zorgen dat er voldoende sociale huurwoningen blijven, dat huurders met geldproblemen niet uit huis gezet worden en kunnen we voorkomen dat huurders in de problemen komen. 

Tijdens de behandeling van de begroting 2014 op 22 oktober 2013 heeft de PvdA-fractie een motie hierover ingediend. Klik hier voor de tekst.

Update: de motie is door het college van burgemeester en wethouders overgenomen. 

vrijdag 23 augustus 2013

Meedoen

Burgers op zodanige manier bij ruimtelijke plannen te betrekken dat zij zich aan het eind van de rit serieus genomen voelen is voor veel gemeenten een hele uitdaging. Ieder raadslid of wethouder kent wel een voorbeeld. Er is een plan voor het verbeteren van een wijk, park of winkelstraat. Je hebt als gemeente van tevoren er alles aan gedaan om burgers in staat te stellen om hun mening te geven over hoe het plan eruit moet zien, maar toch bestaat er veel weerstand tegen het plan.  Met stomheid geslagen vraag je jezelf af: wat is er fout gegaan?

Je kan veel redenen bedenken waarom er aan het eind van het verhaal veel weerstand bestaat. Burgers hebben het gevoel dat de plannen eigenlijk al vast lagen. Burgers hebben het gevoel dat de mening van experts veel  belangrijker gevonden worden. Of zij hebben geen idee waar zij aan toe zijn, omdat ze niet genoeg informatie hebben gekregen of niet weten wanneer zij hun mening mogen geven. Hoe goed je bedoelingen ook zijn, op het moment dat deze sentimenten onder een brede groep burgers leven dan is het vechten tegen de bierkaai. Maar hoe voorkom je dat je in dit soort situaties terecht komt?

Burgers willen meedoen en willen er toe doen tijdens de planvorming . Zo simpel is het. Dat doe je door burgers al te betrekken bij de toekomst van een wijk, park of winkelstraat voordat je überhaupt een richting hebt bepaald. Zover dat mogelijk is althans, want ik realiseer mij ook dat er niet altijd bij nul begonnen wordt. Kies bij het begin van de discussie voor een vorm waarbij alle deelnemers op gelijke basis met elkaar in gesprek gaan. Experts horen hierbij geen groter platform te krijgen, want bewoners zijn de oren en ogen van de stad en die expertise is van evenveel waarde als de expertise van de professor.

Zoals ik al zei besef ik ook dat er niet altijd vanaf nul begonnen kan worden bij de inrichting van een gebied. Dat hoeft niet erg te zijn, maar zorg er dan wel voor dat iedereen die meedoet bij de vorming van het plan weet wat de beperkingen zijn. Vaak wordt dat pas gedurende of na de planvorming verteld. Dit leidt tot teleurstelling. Wat dan weer tot weerstand leidt.

Vorig jaar heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu het zogenoemde ‘participatieplan’ bedacht. Ik word zelf kriegelig van de naam, maar het idee is goed. Zorg dat je voordat je begint met een ruimtelijk plan maken, een plan hebt hoe je burgers bij het maken van je plan gaat betrekken. Dat schept duidelijkheid. Ik vind dat dit ook op lokaal niveau ingevoerd moet worden.

Laten we het dan het ‘meedoen-plan’ noemen, al word ik bij die naam ook niet echt enthousiast. Enfin, het meedoen-plan. Voordat je als college van burgemeester en wethouders met het maken van een plan voor een wijk, park of winkelstraat begint presenteer je aan de gemeenteraad een meedoen-plan waar de raad een besluit over neemt. Er kan zo een openbare discussie plaatsvinden over hoe burgers het beste betrokken kunnen worden bij het maken van een plan. Zo weten burgers, maar ook de raadsleden, op welke manier burgers betrokken zullen worden en wat de beperkingen zijn. College en gemeenteraad zijn dan ook af te rekenen op het feit dat het plan uitgevoerd wordt zoals afgesproken is. Op deze manier voorkom je dat er weerstand van burgers ontstaat, omdat ze ontevreden zijn over hoe zij betrokken worden bij de vorming van ruimtelijke plannen. 

Deze column is gepubliceerd in het themanummer van Lokaal bestuur over burgerparticipatie. Het gehele themanummer is digitaal te lezen via deze link:

woensdag 29 mei 2013

Aankoop Tapijnkazerne is een investering in kenniseconomie en stadspark

Na vele jaren heeft de gemeenteraad een besluit genomen, waardoor de Tapijnkazerne bij de binnenstad getrokken kan worden. Hiervoor is wel nog een lange adem nodig, want we hebben simpelweg niet de financiën om dit in een keer te doen. Maar we weten waar we naartoe willen: Een openbaar parkachtig gebied.

Niet alleen zal het stadspark worden uitgebreid, maar daarnaast zal er samen met de universiteit en de provincie geïnvesteerd worden in de kenniseconomie van Limburg. Met de aankoop van de Tapijnkazerne wordt de positie van de universiteit versterkt met een hoogwaardige locatie waar bijvoorbeeld post-docs perfect hun plaats kunnen vinden. 

Niet alleen de universiteit zal zijn plek krijgen in de gebouwen, maar er is ook ruimte voor andere functies. Welke functies dat moeten worden zal uit de discussie met de burgers van Maastricht moeten blijken. Het is daarom van cruciaal belang dat wij laten zien dat de besluitvorming over het participatie- en inspraakbeleid geen holle frase is. Burgers moeten in een zo vroeg mogelijk stadium bij de ontwikkeling van het gebied betrokken worden. Daarnaast zal de gemeente helder en in een vroeg stadium naar burgers moeten communiceren hoe zij dat gaat doen.

We weten nu waar we naar toe willen, een openbaar parkachtig gebied. Op basis van de parkeernorm moeten er voor de functies die daar voorzien zijn, 125 parkeerplaatsen gerealiseerd worden, hetgeen toch zonde zou zijn van die parkachtige omgeving. We weten tegelijkertijd dat het college aan het onderzoeken is hoe de parkeer- en verkeersdruk op de binnenstad verminderd kan worden.  Bij dit onderzoek zouden de binnenterreinen van de universiteit op locaties in de binnenstad betrokken kunnen worden en in dit kader ook de voorziene parkeerplaatsen op het terrein van de Tapijnkazerne.

Hiermee zou niet alleen een bijdrage geleverd worden aan een autoluwe binnenstad, maar ook aan de kwaliteit van de binnenstad, waarbij wij ons kunnen voorstellen dat deze binnenterreinen een Oxford-achtige allure tentoon zullen spreiden.

Ik moet concluderen dat met de afspraken die met de universiteit  en de provincie gemaakt zijn, we de kans hebben om grotendeels recht te doen aan het burgerinitiatief Tapijnkazerne, dat namelijk uitging van een kazerneterrein als volledig onderdeel van het stadspark, het behoud van waardevolle monumentale bouwwerken, een variëteit aan functies en een wandel- en fietsverbinding naar het Jekerdal. Deze kans moeten we niet aan ons voorbij laten gaan!

Bovenstaande tekst is een aangepaste versie van mijn raadsbijdrage tijdens de gemeenteraadsvergadering op 21 mei 2013.

bron afbeeldingen: wikimedia.org en maastrichtaktueel.nl

woensdag 24 april 2013

MECC is een onmisbaar onderdeel van de Maastrichtse economie


Het MECC is een onmisbaar onderdeel van de Maastrichtse economie. Het levert een werkgelegenheid op van 70 banen (nu al afgebouwd naar 45) en 600 indirecte banen. Daarnaast zet het MECC Maastricht landelijk en internationaal op de kaart met beurzen zoals TEFAF en de Interclassics. Als we naar de toekomst van het MECC kijken dan kan het een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van Maastricht Health Campus en Chemelot Campus als locatie voor congressen.

Deze week lag de keuze voor of de gemeente alle aandelen in het MECC van Rai overneemt of dat de gemeente toestaat dat Rai de activiteiten van het MECC gaat afbouwen. Een echte keuze was het niet.
Het afbouwen van de activiteiten betekent minder congressen en beurzen en daarmee een verlies aan banen. Daarnaast brengt het een totale kosten van 3,6 miljoen euro met zich mee.

Als de gemeente de aandelen van Rai overneemt dan zal dat de gemeente ook geld kosten, namelijk 820.000 euro en structureel 200.000 euro extra financiering. Dit is significant minder dan het netgenoemde scenario. Dan hebben we het nog geeneens over het behoud van banen, beurzen en congressen voor deze stad.

Betekent dit dan dat er geen haken en ogen zijn aan de koop van aandelen? Zeker wel. De beurzenmarkt is aan het afkalven, het gebouw is te groot en slecht bereikbaar. Met de koop van alle aandelen draagt de gemeente het volledige risico. Aangezien de beurzenmarkt aan het afkalven zal de nieuwe organisatie van het MECC alternatieve invullingen van de beurshallen moeten onderzoeken. 

In het licht van de risico’s is het van groot belang op welke manier de gemeente sturing geeft en controle uitvoert op het MECC en hoe het MECC verantwoording aflegt aan de gemeente. Hierbij is het cruciaal dat de gemeente rollen zoveel mogelijk gescheiden houdt en de schijn van belangenverstrengeling  voorkomt. Een externe vertegenwoordiging van de gemeente bij de BV’s (MECC en EMM) heeft dan ook nadrukkelijk de voorkeur.

Wat betreft de toekomst zal er een acceptabel bedrijfsresultaat moeten zijn. Dit betekent dat er in de toekomst geen verlies gemaakt wordt door het MECC.

De gemeente heeft een privaat en publiek belang in het voorzetten van de activiteiten in het MECC, en met de eerder genoemde voorwaarden kan MECC een positieve bijdrage blijven leveren aan de Maastrichtse economie.

De bovenstaande tekst is een aangepaste versie van mijn bijdrage tijdens de gemeenteraadsvergadering van 23 april 2013. 

zondag 24 maart 2013

Gemeente stop met vage en onduidelijke communicatie

Vlak na de gemeenteraadsvergadering van deze week waar het nog ging over een meer burger gerichte werkwijze en houding van de gemeente stond er op 22 maart een aankondiging in de Ster (klik op de afbeelding voor een grotere weergave). De tekst is een klassiek voorbeeld van een standaard tekst voor de aankondiging van een nieuw bestemmingsplan. Het is vaag en onduidelijk voor de burger wat de impact is van het plan. Dat moet anders!

Communicatie is van cruciaal belang om burgers in staat te stellen te laten begrijpen waar de gemeente mee bezig is en daar op te reageren. Zo raakt de burger meer betrokken bij de gemeentelijke politiek en krijgt de politiek een duidelijker beeld van de meningen en belangen die er in de stad zijn.

Aangezien ik niet de slechtste ben hieronder voor de ambtenaren een tekst die laat zien dat de bovenstaande tekst ook anders kan:

De gemeente Maastricht vernieuwt alle bestemmingsplannen. Ze moeten worden gedigitaliseerd en soms klopt de werkelijke toestand niet meer met het oude plan. De vernieuwde bestemmingsplannen moeten worden vastgesteld door de gemeenteraad. Nu is Maastricht Zuidwest aan de beurt. Dat omvat de buurten Villapark, Sint Pieter, Jekerdal, Biesland, Campagne en Wolder. Op de afbeelding is te zien om welk gebied het gaat.
Voordat de gemeenteraad het bestemmingsplan gaat vaststellen mag iedereen die er belang bij heeft zes weken reageren op het ontwerp. De gemeenteraad moet dan rekening houden met die reacties. Ambtenaren bereiden dat voor.

Een bestemmingsplan is belangrijk voor iedereen die in dat gebied woont of die er eigenaar is van een gebouw. Het bestemmingsplan bepaalt wat en hoe er mag worden gebouwd en verbouwd in het gebied, en hoe de gebouwen mogen worden gebruikt. Het zegt bijvoorbeeld hoe hoog gebouwen mogen zijn en of er in een pand een bedrijf mag worden gevestigd. Als er voor een woning of bedrijf vergunningen worden aangevraagd, of als een nieuw gebouw wordt neergezet, dan moeten die regels van het bestemmingsplan worden toegepast. Iedereen mag daar dan een beroep op doen, zowel de aanvrager van de vergunning als de omwonenden.

Dit plan past alle regels aan naar de toestand zoals die nu is. Er is één grote verandering. De oude huishoudschool bij het Theresiaplein mag worden verbouwd tot woningen en ateliers. Verder maakt het ontwerp een uitzondering voor de plannen Castermans I en II in Wolder. Daar geeft het geen regels voor. 

U kunt het ontwerpplan komen bekijken bij het Gemeenteloket van 25 maart tot en met 6 mei 2013. U kunt ook zelf alle documenten over dit plan downloaden in een zip-bestand:  http://ruimtelijkeplannen.maastricht.nl/71E0778F-758A-4889-9DD9-145AB55939B5/NL.IMRO.0935.bpMtrichtZuidwest-ow02.zip

Als u opmerkingen heeft over het ontwerp kunt u mondeling of schriftelijk reageren. Uw schriftelijke reactie moet uiterlijk 6 mei bij de gemeente zijn ontvangen. U stuurt deze naar Gemeente Maastricht, Postbus 1992, 6201BZ Maastricht of naar post@maastricht.nl en u vermeldt daarbij “Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Maastricht-Zuidwest”. Als u mondeling wilt reageren kan dat op 24 of 25 april in Mosae Forum. U moet daarvoor uiterlijk een dag tevoren een afspraak maken per telefoon (0475 31 15 69) of per mail (eveline.engels@maastricht.nl)

woensdag 20 maart 2013

Burgerparticipatie bij ruimtelijke plannen

De onderstaande tekst is mijn raadsbijdrage tijdens de raadsvergadering op 19 maart bij de behandeling van het nieuwe beleid voor participatie en inspraak bij ruimtelijke plannen.

Voorzitter, bij ruimtelijke ordening voelen burgers zich vaak niet gehoord of wantrouwen zij de gemeente. Dat bleek al bij de ontwikkelingen op de St. Pietersberg en de plannen om windmolens te plaatsen in Lanakerveld. Oorzaak van de weerstand: burgers worden geconfronteerd met voldongen feiten. Het is slikken of stikken. En ja, ooit waren er al besluiten genomen over de plaatsing van windmolens en ja, ooit is er een convenant getekend door de gemeente en natuurmonumenten. Maar op zo’n moment hebben burgers daar geen boodschap aan, want zij waren zelf niet bij deze besluiten.

Als de gemeente op vertrouwen wil rekenen en herkenbaar wil zijn voor zijn burgers dan zal het anders moeten. Dat begint door burgers even serieus te nemen als deskundigen. Door burgers al bij het eerst mogelijke begin van ideeënvorming te betrekken. Waarbij participatie niet betekent meepraten, maar medezeggenschap krijgen in het proces. Hierbij zal duidelijk moeten zijn voor burgers wat de grenzen zijn van de mogelijkheden van een plan. Dat betekent dat je burgers helder inzicht geeft in de informatie die beschikbaar is. Uiteindelijk zal het besluit door de gemeenteraad genomen worden en zal zij de verantwoordelijkheid dragen voor het besluit.

Om burgers vooraf helderheid te geven over de participatie mogelijkheden en daarnaast de mogelijkheid de overheid af te rekenen op afspraken heeft het Rijk voorgesteld om vooraf bij elk ruimtelijk plan een participatieplan te vereisen. Volgens de PvdA-fractie laat de gemeente zien dat zij participatie echt serieus neemt door dit over te nemen. Wij roepen daarom het college op om dit in Maastricht ook in te voeren.

Voorzitter, het aangepaste beleid met betrekking tot burgerparticipatie bij ruimtelijke plannen is een stap in de goede richting. In het beleid wordt gekozen voor participatie als uitgangspunt. Daarnaast heeft het college de uitzonderingsmogelijkheden op verzoek van de Partij van de Arbeid-fractie afgezwakt. De do’s en don’t zoals die samen met de commissie stadsontwikkeling zijn opgesteld geven een goede gedragslijn hoe er met de beleidsregels omgegaan moet worden. Het is een poging om lering te trekken uit de voorbeelden die ik eerder noemde.

Maar als wij burgerparticipatie echt serieus nemen dan is er veel meer nodig. Er is een fundamentele verandering van werkwijze en houding nodig. Dat begint bij ons zelf. Wij zullen zelf constant alert moeten blijven dat wij als politiek niet in oude reflexen schieten, want te vaak hebben burgers het gevoel niet gehoord te worden door de politiek en het wantrouwen naar de politiek is daardoor gegroeid.

Een verandering van werkwijze en houding is ook nodig binnen de ambtelijke organisatie. Dit kan niet van buiten komen, maar zal van binnenuit moeten gebeuren. Het is daarom van cruciaal belang dat de gemeentesecretaris zelf met deze cultuuromslag aan het werk gaat. Wij hebben ook alle vertouwen dat hij dat kan. Wij dienen daarom een motie in met het dictum:

Roept het college op om:
• Een traject te starten om een nog hoger niveau van burgergerichte werkwijze en houding te realiseren binnen de gemeentelijke overheid;
• In de sociale visie te komen met de eerste stappen om cultuuromslag te bewerkstelligen.

De motie is mede ondertekend door CDA,SPM, D66, VVD en Groenlinks

Voorzitter, in de sociale visie zal burgerparticipatie in bredere zin terugkomen en wat ons betreft zal dit een belangrijke plek innemen in de sociale visie. De PvdA-fractie zal daarom zelf komen met een initiatiefvoorstel over burgerparticipatie.

De do's en don't die opgesteld zijn door de commissie stadsontwikkeling kunt u hier vinden. Het voorstel om een participatieplan op te stellen bij elk ruimtelijk plan zal door het college van burgemeester en wethouders uitgevoerd worden. De motie is overgenomen door het college. De volledige tekst is hier te vinden.

bron foto: flickr.com/kennisland

woensdag 23 januari 2013

Belvedere: meerwaarde creëren voor stad en regio!

De tijd van grootse masterplannen is voorbij. De toekomst is niet 20 jaar van tevoren vast te leggen in een groots opgezet plan. De consequentie van een masterplan is namelijk dat je bij veranderende omstandigheden of nieuwe mogelijkheden niet meer van het ingeslagen pad kan afwijken. Daar is de gemeenteraad zelf al eens mee geconfronteerd bij de besluitvorming over de PDV-locatie. Dat moeten we niet meer willen.

We hebben geleerd van het verleden. Er wordt een stip op de horizon gezet en de voorwaarden voor de ontwikkeling van het gebied worden gesteld. Zo kan het gebied stap voor stap vorm krijgen. Met de besluiten over de verlegging van de Noorderbrug en de Tram Hasselt-Maastricht is de basis voor de bereikbaarheid van het gebied gelegd. In het ambitiedocument Belvedere wordt de basis voor invulling van het gebied gelegd.

Voor de ontwikkeling van het gebied binnen de singels is de invulling van het Eiffelgebouw cruciaal. Dit markante gebouw is het gezicht van het zogenoemde Sphinxkwartier. We kunnen het ons niet veroorloven om in het Eiffelgebouw meer van hetzelfde te plaatsen. De functies zullen een toevoeging op het aanbod in de stad en zelfs de regio moeten zijn. Er zijn veel verschillende functies mogelijk waaraan gedacht kan worden zoals een versmarkt (zonder hoge huren zoals bij Mosae Forum), club (niet zoals de velen die er al geweest zijn), stadslandbouw (bijvoorbeeld samen met Philips Lighting) of een 0-sterren hotel (zoals een hostel voor backpackers; een groot succes is in Amsterdam, Berlijn en Parijs). Er is ook veel discussie of Pathé verhuist naar het Eiffelgebouw. Als dit een van de zovele bioscopen is dan hoeft het geen plek in Belvedere te verwachten, maar als Pathé met een concept komt dat uniek is in zijn soort en een toegevoegde waarde heeft op het aanbod van Lumière, dan past het in de toekomst van het gebied.

Het landbouwbelang is de plek waar de creatieven van deze stad zich verzamelen. Het is een vrijstaat in de goede zin van het woord. Zolang er geen bestemming is voor deze locatie moet dit vooral zo blijven. Alleen in de toekomst zal er volgens het college een publiekstrekkende functie komen. Dat is te vaag. Net zoals bij het Eiffel-gebouw zal dit van toegevoegde waarde moeten zijn voor de regio, dus niet een 13 in een dozijn hotel.

Zoals ik al zei zal de ontwikkeling van het gebied stukje bij beetje vormgegeven worden. Dat betekent dat er op veel plekken nog geen nieuwe definitieve functies komen. Dat is een kans voor tijdelijke functies die de stad kleur geven. Neem bijvoorbeeld het tijdelijke Sphinxpark, dat een prachtige plek is geworden om in de lente en zomer te verblijven. Maar het is ook meer dan dat, een plek waar we kunnen experimenteren en leren hoe we het toekomstige Frontenpark moeten inrichten. Daarnaast zijn er lege gebouwen die een tijdelijke functie zullen krijgen. Bij de invulling van deze gebouwen roep ik het college op om vooral niet gebruik te maken van leegstandsbeheer ofwel anti-kraak, maar te zoeken naar andere vormen waarin dit kan gebeuren, zoals tijdelijke verhuur.

Door zijn omvang is Belvedere is een financieel complex gebied. Het is daarom een goede zaak dat de drie gebieden (Bosscherveld, Frontenpark en Sphinxkwartier) een eigen grondexploitatie krijgen. Hierdoor zullen de risico’s van het ene gebied niet de ontwikkeling van het andere gebied beïnvloeden.

We weten nog niet precies hoe Belvedere er uit gaat zien, maar met internationale grootstedelijkheid als stip op de horizon en de voorwaarden voor de ontwikkeling geeft het ambitiedocument Belvedere ons een kijk in de toekomst van de stad en de regio.

De bovenstaande tekst is een bewerkte versie van mijn uitgesproken tekst tijdens de raadsvergadering van 22 januari 2013.

Foto 1: gemaakt door Massimo Catarinella
Foto 2: wikipedia
Foto 3: gemaakt door mijzelf

vrijdag 11 januari 2013

Euregionale samenwerking bij rampenbestrijding

Komende zaterdag 12 januari zal in Maastricht een demonstratie tegen de oude kerncentrale Tihange gehouden worden. Deze kerncentrale ligt net over de grens bij Huy, ongeveer 65 kilometer van Maastricht. Afgelopen jaar werden er scheurtjes in het reactorvat van Tihange 2 geconstateerd, waarop de reactor werd stilgelegd. Volgens de experts kon de reactor daarna onder strikte voorwaarden weer opgestart worden. De Belgische regering wil de kerncentrale in Tihange openhouden tot 2025. Wat betekent dat voor de Euregio?!

De kans dat er iets mis gaat met een kerncentrale is uiterst klein, maar op het moment dat er iets misgaat, gaat het ook flink mis. Dat hebben de rampen bij Tsjernobyl en Fukushima bewezen. In Nederland hebben wij niets te vertellen over de termijn waarop de kerncentrale zal sluiten. Dat betekent niet dat we met de handen over elkaar moeten blijven zitten. De kerncentrale ligt namelijk behoorlijk dichtbij en Maastricht ligt ook nog in een dal. Er zal daarom samengewerkt moeten worden om op alle situaties voorbereid te zijn. Daarnaast zal de Nederlandse regering in gesprek moeten blijven over de veiligheid en de toekomst van de kerncentrale Tihange.

Om ervoor te zorgen dat de Euregio goed voorbereid is op mogelijke calamiteiten zal de burgemeester maatregelen moeten nemen in overleg met aangrenzende regio. De eerste maatregel is trouwens al genomen: er zullen in Zuid-Limburg jodiumpillen opgeslagen worden. Maar de burgemeester zal als verantwoordelijke voor de veiligheid in de regio nu wel moeten doorpakken. Er zal ook een rampenplan voor Zuid-Limburg moeten komen, dat vormgegeven zal moeten worden in samenspraak met de Belgische autoriteiten. Op basis van het gezamenlijk opgestelde rampenplan zullen er daarna ook gezamenlijk rampenoefeningen gedaan moeten worden. Dan zijn we werkelijk voorbereid op mogelijke calamiteiten.

Naast een goede voorbereiding op eventuele calamiteiten zal de veiligheid van de kerncentrale gewaarborgd moeten zijn. De noodzaak voor extra waarborgen is alleen nog maar groter nu mogelijk reactor Tihange 2 weer opgestart zal worden. De burgemeester van Maastricht zal er bij de minister van Economische Zaken op moeten aandringen dat deze bij zijn Belgische collega pleit voor extra waarborgen van de veiligheid van de kerncentrale Tihange. Door bijvoorbeeld intensievere controles door onafhankelijke experts te laten plaatsvinden.

Door aan te dringen op intensievere controles door onafhankelijke experts en het verbeteren van de samenwerking bij rampenbestrijding kan de Euregio veiliger en beter voorbereid gemaakt worden op eventuele calamiteiten!

zondag 6 januari 2013

Er moet duidelijkheid komen over de situatie rondom de studentensociëteit van Circumflex

Deze week heb ik met veel verbazing het artikel in Dagblad de Limburger over overlast rondom de studentensociëteit van Circumflex gelezen. Volgens het artikel waren geluidsoverlast en andere incidenten schering en inslag rondom de studentensociëteit. Opmerkelijk, want tot op het laatste moment heb ik geen onvertogen woord gehoord over Circumflex.

Al een aantal jaar ligt de studentensociëteit van Circumflex in de Capucijnenstraat. Bij de verhuizing voorzag de buurt veel overlast en waren er in eerste instantie op tegen, maar na het ondertekenen van een convenant met duidelijke afspraken tussen alle belanghebbenden ging men akkoord. Hierna waren er praktisch nooit klachten over Circumflex. Het buurtplatform roept zelfs dat het convenant opgeheven moet worden, omdat door het convenant Circumflex verantwoordelijk is voor alle overlast in de Capucijnenstraat. Een logische reactie als Circumflex zich aan de afspraken houdt. Alleen nu geeft een buurtbewoner en twee organisaties aan dat er juist veel overlast van de studentensociëteit is.

Er moet wat mij betreft snel duidelijkheid komen over wat er klopt van het artikel in Dagblad de Limburger, zodat er gepaste actie genomen kan worden. Hierover heb ik vragen gesteld aan het college van B en W. Klik hier om de vragen te lezen.

Los van de situatie rondom Circumflex zullen studentenzaken door gemeente, universiteit en politie veel meer in gezamenlijkheid aangepakt moeten worden. Op dat gebied kan Maastricht nog veel van Groningen leren.