Afgelopen week presenteerde de nieuwe coalitie het akkoord
voor de periode 2014 -2018. Over veel onderwerpen uit het akkoord is al het een
en ander geschreven, maar mij valt één zin heel erg op: “Het actief uitvoeren
van het verdrag van de Verenigde Naties (VN) voor mensen met een beperking.“
Deze zin valt om twee redenen op. Verdragen zijn akkoorden tussen staten en
richten zich niet tot gemeenten. Daarnaast heeft Nederland het verdrag wel
ondertekend maar het is nog niet goedgekeurd door het parlement. Toch neemt de
nieuwe coalitie deze grote verantwoordelijkheid op zich en daar zijn ze om te
prijzen. Alleen wat houdt het uitvoeren van het verdrag in?
Het verdrag verplicht staten om onmiddellijke, doeltreffende
en passende maatregelen te treffen om de bewustwording te bevorderen ten
aanzien van personen met een beperking. Hieronder valt volgens het verdrag het
opzetten van bewustwordingscampagnes onder andere gericht op een positieve
beeldvorming en de erkenning van de vaardigheden en talenten van personen met
een beperking. Dat is niet zonder reden, want er bestaan veel vooroordelen over
mensen met een beperking en ze worden nog steeds structureel uitgesloten, omdat
de gehele samenleving is ingericht op mensen zonder een beperking. Denk bijvoorbeeld
aan hoeveel woorden er zijn die personen met een beperking beschrijven en een
negatieve lading hebben.
Om ervoor te zorgen dat personen met een beperking
zelfstandig kunnen leven en volledig deel kunnen nemen aan alle facetten van
het leven verplicht het verdrag staten om obstakels en barrières voor personen
met een beperking weg te werken Dat houdt in het vaststellen van minimumnormen
en richtlijnen voor de toegankelijkheid van gebouwen, diensten en faciliteiten,
het trainen van medewerkers op het gebied van toegankelijkheid voor personen
met een beperking, openbare gebouwen en andere faciliteiten voorzien van
bewegwijzering in braille en makkelijk te lezen en te begrijpen vormen, maar
ook het voorzien van de mogelijkheid om ondersteuning te krijgen van een
doventolk. Welke voetgangersovergang in Maastricht heeft braille? Hoeveel
openbare gebouwen zijn er in Maastricht waarvan de deur naar buiten open gaat?
Hoeveel recepties/bijeenkomsten worden gehouden in een ruimte met een slechte
akoestiek? De antwoorden op deze vragen spreken boekdelen.
Iedereen wilt graag zelfstandig wonen. Voor veel mensen is
dat een vanzelfsprekendheid. Terwijl dat vaak niet vanzelfsprekend is voor
mensen met een beperking. Het verdrag verplicht staten daarom om ervoor te
zorgen dat mensen met een beperking dezelfde keuzemogelijkheden hebben als
anderen. Dit betekent onder andere het waarborgen dat zij niet verplicht zijn
om te kiezen voor een bepaalde woonvorm. Te vaak leidt bureaucratie en starheid
van instanties er juist toe dat mensen niet die keuzevrijheid hebben. Daar zijn
ook in Maastricht voorbeelden van te noemen.
Iedereen moet volledig kunnen participeren in de
samenleving. Om dat mogelijk te maken is het belangrijk dat mensen met een
beperking zich zo zelfstandig mogelijk kunnen verplaatsen. Het verdrag
verplicht daarom Staten om ‘de persoonlijke mobiliteit van personen met een
handicap te faciliteren op de wijze en op het tijdstip van hun keuze en tegen
een betaalbare prijs.’ Er komen de komende tijd stevige bezuinigingen aan op
het gebied van de zorg. Het vervoer dat nu aangeboden wordt voldoet al niet aan
deze voorwaarden. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat Maastricht aan deze eisen
kan voldoen.
De voorbeelden die ik geef zijn exemplarisch voor het
verdrag dat 50 artikelen telt. Het toont ook aan dat wij nog een hele weg te
gaan hebben om tot een maatschappij te komen waarin mensen met een beperking
volledig kunnen deelnemen. Het is alleen jammer dat de coalitie kiest voor
symboolpolitiek. Het klinkt mooi dat de coalitie het verdrag inzake de rechten
van personen met een beperking actief gaat uitvoeren, maar het is een
onhaalbaar doel. Zonder concrete doelen om de situatie voor personen met een
beperking te verbeteren is dit een lege huls.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten