Dat Maastricht een echte studentenstad is, is in de afgelopen jaren steeds duidelijker geworden door de flinke groei van de universiteit en hogeschool. Ook is de studentenpopulatie internationaler geworden en wonen studenten gemiddeld korter in Maastricht. Deze groei van de onderwijsinstellingen heeft de stad veel opgebracht. De economie is gegroeid en dynamischer geworden. Jarenlang hoefde de gemeente geen actief beleid te voeren als studentenstad. Het ging goed en de problemen bleven beperkt tot incidenten. Maar tevreden achterover leunen kan nu niet meer. In de afgelopen maanden is immers de onrust onder buurtbewoners in buurten als Limmel, Brusselsepoort en Belfort fors toegenomen. De oorzaak van deze onrust is de toename van de hoeveelheid studentenhuizen in de wijken. Volgens de buurtbewoners is de balans zoek en is er veel overlast.
Vanuit de politie is er een studentagent, maar de politie en handhaving van de gemeente blijken in de praktijk onvoldoende op elkaar ingespeeld. Bovendien wordt er niet altijd gehandhaafd als daarom wordt gevraagd door de buurt. Buurtbewoners weten eigenlijk ook niet goed bij wie zij moeten zijn in het geval van problemen. Hierdoor voelen buurtbewoners zich in de steek gelaten. Dit moet en kan beter.
Ik heb mij verzet tegen de versoepeling van de regels in 2015, waardoor de splitsing van woningen gemakkelijker is gemaakt voor huiseigenaren. Ik verbaas mij daarom niet dat uit deze buurten nu een sterke roep om extra regels komt om in hun wijken de groei van het aantal studentenhuizen een halt toe te roepen. Ik sluit mij aan bij het voorstel van bewoners in Brusselsepoort-Oost om nu snel een leefbaarheidstoets in te voeren, zodat het aantal studentenwoningen niet verder stijgt in de wijken waar de leefbaarheid onder druk staat. Maar zo’n toets alleen lost de huidige spanningen tussen buurtbewoners en studenten natuurlijk niet op. Er is meer nodig!
Eind 2013 stelde de gemeenteraad een actieprogramma ‘student en stad’ vast. Dat was niet voor niet, want er werden maar liefst meer dan 60 actiepunten geformuleerd. Veel werk aan de winkel voor de stad en haar bewoners dus. De eerste noodzakelijke stappen werden snel gezet, maar naar mate de tijd vordert, beginnen de resultaten op te drogen. En dat terwijl de urgentie niet minder is geworden. Wethouder Damsma moet met in het achterhoofd de toegenomen onrust bij buurtbewoners voor 2016 en 2017 daarom rap met geactualiseerde en duidelijke doelstellingen komen voor het actieprogramma ‘student en stad’.
Een initiatief vanuit de verhuurders moet in dit verband volgens mij serieus worden bekeken. De vereniging van verhuurders wil een keurmerk ontwikkelen voor studentenhuizen. Een dergelijk keurmerk is hard nodig. Huren zijn vaak te hoog en verhuurders zijn vaak niet aanspreekbaar op overlast door bewoners of onderhoud van het pand. Een keurmerk voor studentenwoningen kan echter alleen rekenen op het vertrouwen van buurtbewoners en studenten als er ook onafhankelijk toezicht op het keurmerk is. Het is aan de wethouder om samen met de universiteit en hogeschool in samenwerking met de verhuurders en de buurtbewoners tot een werkbaar model van kwaliteitscontrole en toezicht te komen.
Naar aanleiding van gesprekken die ik en andere fractieleden hebben gevoerd, onder andere met bewoners van Brusselsepoort-Oost en het Bosschstraatkwartier, vind ik dat wethouder Gerats ook eens de inzet op buurtgericht werken grondig zou moeten heroverdenken. De spanningen in de verschillende wijken toont immers het gemis van het buurtgericht werken aan. Door vroege signalering van problemen en buurtbemiddeling kunnen veel situaties van overlast en ergernis klein gehouden en opgelost worden. Hierin zouden buurtagenten in samenwerking met de studentagent een ondersteunende rol moeten spelen.
Er is voor deze wethouders samen met het college en de gemeenteraad dus een stevige klus te klaren. Daar kan niet mee gewacht worden tot na de zomer. Al voor het einde van het zomerreces zullen niet alleen betere regels moeten komen voor studentenwoningen, maar ook aanvullende acties om de balans tussen student en stad terug te brengen.
Antoine's blog
zaterdag 11 juni 2016
zondag 3 april 2016
Woonpunt moet het belang van de huurder voorop stellen!
Een woningcorporatie heeft als doel om goede en goedkope huisvesting aan te bieden voor mensen met een smalle beurs. Onze conclusie is dat corporaties dat steeds minder doen. Wij hebben al vaker voor die ontwikkeling gewaarschuwd en aan de bel getrokken. We hebben vooral zorgen over de manier waarop woningcorporaties omgaan met hun bezit én hun bedrijfsvoering. De kosten moeten omlaag en het aanbod van goedkope en betaalbare woningen moet omhoog. Liefst met allerlei maatregelen waardoor de woningen ook duurzamer zijn en minder energie nodig hebben.
Nu baart de financiële situatie bij woningcorporatie Woonpunt ons zorgen en dan vooral vanwege de gevolgen voor Maastrichtse huurders. De corporatie is afgegleden van het beste jongetje van de klas naar Maastrichts zorgenkind. Al eerder was Woonpunt genoodzaakt plannen in Limmel en in Nazareth in de ijskast te zetten vanwege een tik op de vingers door de toezichthouder. Nu, een jaar later is het weer raak.
Kennelijk lukt het Woonpunt niet de boel op orde te krijgen ook al worden er woningen verkocht. Woonpunt geeft al jaren meer dan gemiddeld uit aan de eigen organisatie. De huidige directeur-bestuurder van Woonpunt verdient € 195.949 per jaar en dat is flink meer dan toegestaan in het kader van de Wet Normering Topinkomens. Ondanks de hoge bedrijfskosten en de verliezen met de derivaten, blijkt zij ook niet in staat om het huishoudboekje op orde te krijgen. En dan wil Woonpunt nu die bedrijfskosten verlagen door èn een extra directeur financiën aan te nemen èn personeel op termijn natuurlijk te laten afvloeien. Boven erbij en onder eraf? En gaat dit dan wel de problemen oplossen? Wij hebben er weinig vertrouwen in, want het zijn tegenstrijdige maatregelen. Begrijpelijk, maar het heeft weinig te maken met bezuinigen. Ze blijven bij Woonpunt immers aardig voor elkaar.
Woonpunt belooft de huren slechts matig te laten stijgen. Dat klinkt lovenswaardig, maar staat in schril contrast met wat Woonpunt in 2013 en 2014 heeft laten zien. De huur steeg alleen al in die twee jaar met €50 per maand naar gemiddeld €500. In diezelfde twee jaar daalde het aantal woningen met een huur lager dan €400 van ruim 3000 naar nog geen 2500. Dàt is een zorgelijke ontwikkeling, vooral als we beseffen dat het aantal woningzoekenden stijgt.
Woonpunt zegt ook te gaan bezuinigen op de onderhoudskosten. In 2014 was dat € 1.544 per woning (landelijk € 1.338). Dat klinkt redelijk, maar is het gevolg van onvoldoende onderhoud in de jaren ervoor, want toen werd per jaar minder dan €1000 aan een woning uitgegeven. Honderden euro’s minder dan andere corporaties.
In onze ogen zijn de maatregelen om de bedrijfskosten te verlagen te laat te weinig. Woonpunt lijkt niet te veranderen en wij vrezen daarom dat Maastrichtse huurders dat zullen merken; hogere huren en slechter onderhoud. Wij roepen Woonpunt op om de belangen van de huurders voorop te stellen, de rekening van de financiële problemen niet bij de huurder te leggen en doortastend op te treden.
Dit stuk is geschreven samen met Richard Schoffeleers (fractievoorzitter D66) en is op 1 april 2016 geplaatst op www.gezien.nl/maastricht.
Nu baart de financiële situatie bij woningcorporatie Woonpunt ons zorgen en dan vooral vanwege de gevolgen voor Maastrichtse huurders. De corporatie is afgegleden van het beste jongetje van de klas naar Maastrichts zorgenkind. Al eerder was Woonpunt genoodzaakt plannen in Limmel en in Nazareth in de ijskast te zetten vanwege een tik op de vingers door de toezichthouder. Nu, een jaar later is het weer raak.
Kennelijk lukt het Woonpunt niet de boel op orde te krijgen ook al worden er woningen verkocht. Woonpunt geeft al jaren meer dan gemiddeld uit aan de eigen organisatie. De huidige directeur-bestuurder van Woonpunt verdient € 195.949 per jaar en dat is flink meer dan toegestaan in het kader van de Wet Normering Topinkomens. Ondanks de hoge bedrijfskosten en de verliezen met de derivaten, blijkt zij ook niet in staat om het huishoudboekje op orde te krijgen. En dan wil Woonpunt nu die bedrijfskosten verlagen door èn een extra directeur financiën aan te nemen èn personeel op termijn natuurlijk te laten afvloeien. Boven erbij en onder eraf? En gaat dit dan wel de problemen oplossen? Wij hebben er weinig vertrouwen in, want het zijn tegenstrijdige maatregelen. Begrijpelijk, maar het heeft weinig te maken met bezuinigen. Ze blijven bij Woonpunt immers aardig voor elkaar.
Woonpunt belooft de huren slechts matig te laten stijgen. Dat klinkt lovenswaardig, maar staat in schril contrast met wat Woonpunt in 2013 en 2014 heeft laten zien. De huur steeg alleen al in die twee jaar met €50 per maand naar gemiddeld €500. In diezelfde twee jaar daalde het aantal woningen met een huur lager dan €400 van ruim 3000 naar nog geen 2500. Dàt is een zorgelijke ontwikkeling, vooral als we beseffen dat het aantal woningzoekenden stijgt.
Woonpunt zegt ook te gaan bezuinigen op de onderhoudskosten. In 2014 was dat € 1.544 per woning (landelijk € 1.338). Dat klinkt redelijk, maar is het gevolg van onvoldoende onderhoud in de jaren ervoor, want toen werd per jaar minder dan €1000 aan een woning uitgegeven. Honderden euro’s minder dan andere corporaties.
In onze ogen zijn de maatregelen om de bedrijfskosten te verlagen te laat te weinig. Woonpunt lijkt niet te veranderen en wij vrezen daarom dat Maastrichtse huurders dat zullen merken; hogere huren en slechter onderhoud. Wij roepen Woonpunt op om de belangen van de huurders voorop te stellen, de rekening van de financiële problemen niet bij de huurder te leggen en doortastend op te treden.
Dit stuk is geschreven samen met Richard Schoffeleers (fractievoorzitter D66) en is op 1 april 2016 geplaatst op www.gezien.nl/maastricht.
woensdag 9 december 2015
Tour de Culture
Begin september 2013 werd bekend dat Leeuwarden - en niet Maastricht – Culturele Hoofdstad van Europa 2018 zou worden. De woorden van toenmalig burgemeester Hoes klonken strijdbaar: ”Wij gaan door!” Nu – twee jaar later – merk ik niets meer van die politieke ambitie en strijdbaarheid. Na de verkiezingen in 2014 ging het zelfs juist totaal de andere kant op. De coalitie van SPM, SP, D66, GroenLinks en VVD koos ervoor om te bezuinigen op cultuur via de weg van de minste weerstand. Nu wil ik weten of ambitie en strijdbaarheid nog aanwezig zijn in het culturele veld. Welke kansen ziet men hier voor de toekomst? Welke verbindingen kunnen er gelegd worden met steden in de Euregio? Hoe kan Maastricht een voedingsbodem bieden voor dans/muzikaal/theater/artistiek talent? Om hierachter te komen ga ik op een 'Tour de Culture' langs het culturele veld in Maastricht en hopelijk ook in de Euregio.
In mijn 'Tour de Culture' wil ik het culturele veld in al zijn diversiteit ontdekken. Daarvoor zal ik zoveel mogelijk cultuurinstellingen, verenigingen en individuele cultuurmakers benaderen. Elk gesprek breng ik zelf in beeld met een foto en hun centrale boodschap aan Maastricht. Zo is mijn 'Tour de Culture' niet alleen mijn ontdekkingstocht, maar geeft het ook een inkijkje in het diverse culturele veld.
Er zijn vast mensen die ik over het hoofd zie. Als jij vindt dat ik met jou in gesprek moet gaan, neem dan met mij contact op per e-mail: a.vanlune@gmail.com.
In ieder geval kijk ik enorm uit naar de gesprekken waarvan ik hoop dat ze zullen enthousiasmeren, tot de verbeelding spreken en nieuwsgierig maken.
In mijn 'Tour de Culture' wil ik het culturele veld in al zijn diversiteit ontdekken. Daarvoor zal ik zoveel mogelijk cultuurinstellingen, verenigingen en individuele cultuurmakers benaderen. Elk gesprek breng ik zelf in beeld met een foto en hun centrale boodschap aan Maastricht. Zo is mijn 'Tour de Culture' niet alleen mijn ontdekkingstocht, maar geeft het ook een inkijkje in het diverse culturele veld.
Er zijn vast mensen die ik over het hoofd zie. Als jij vindt dat ik met jou in gesprek moet gaan, neem dan met mij contact op per e-mail: a.vanlune@gmail.com.
In ieder geval kijk ik enorm uit naar de gesprekken waarvan ik hoop dat ze zullen enthousiasmeren, tot de verbeelding spreken en nieuwsgierig maken.
zondag 19 juli 2015
Permanente plek voor regenboogzebrapad in Maastricht!
Roze Zaterdag in Maastricht was succesvol en heeft nog nooit zo’n positieve aandacht gehad en van zoveel kanten steun gekregen als dit jaar. Regenboogvlaggen wapperden op het stadhuis en in tal van straten in de stad, er was de tentoonstelling “Gijsen, flikker op!” en een TV documentaire over die eerste roze demonstratie in Limburg, financiële steun van gemeente en provincie, een vrolijk regenboog ‘zebrapad’ op het Vrijthof, veel sponsoring en medewerking van alle kanten, en het feestelijke roze lint werd soepel en vakkundig doorgeknipt door de burgemeester zelf. Iemand nog iets te klagen? Nee toch?
Het was intussen wel vrijwel de laatste officiële daad van de burgemeester. Weet u zeker dat als de keurig hetero getrouwde burgervader had zitten zoenen met een frisse jonge dame er net zo veel commotie was ontstaan? Als u uit een voor homoseksuelen niet zo fijn land als Rusland voor politiek asiel naar Nederland bent gevlucht, denkt u dan dat u hier met open armen wordt ontvangen? U weet dat u als homo niet in Iran, Saoedi-Arabië of de Islamitische Staat wil wonen. Maar weet u hoeveel openlijk homoseksuele voetballers er in Nederland spelen, in het betaald voetbal of bij de amateurs? Net zo veel als er homoseksuele leerlingen zijn op de middelbare school? Of op de werkvloer?
Moet iedereen dan weet hebben van zo’n privé zaak als seksualiteit? Nee, een en ander speelt zich achter de voordeur, ja zelfs achter de slaapkamerdeur af. Ien Dales, voormalig minister van Binnenlandse Zaken, had weliswaar een relatie met de vrouwelijke burgemeester van Haarlem, maar wenste het daar níet over te hebben. Onno Hoes dacht in een andere tijd te leven, maar had buiten de undercover TV reporter gerekend. Niemand heeft er iets mee te maken, toch vindt iedereen er wat van en wil er zich maar wat graag mee bemoeien!
We zijn van ver gekomen: nu kunnen homoseksuelen trouwen, kinderen adopteren of bij hun dood gewoon alles nalaten aan hun vrouw of man. Niet alleen in het progressieve Nederland, maar al heeft ‘t even geduurd ook in zulke niet zo vooruitstrevende landen als Frankrijk, Spanje, Ierland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten is trouwen voor homo’s en lesbiennes nu mogelijk. (Oh ja, hier net over de grens in Duitsland trouwens niet.)
Op Roze Zaterdag was zoals altijd de meest gehoorde vraag in regionale en plaatselijke kranten en tv zenders dan ook: ‘is dat nou nog nodig?’ Want het lijkt toch allemaal zo vanzelfsprekend. Zo gewoon en zo onomkeerbaar dat er een ernstige roze metaalmoeheid is opgetreden, onverschilligheid zelfs: laat die homo’s maar een feestje houden ….
Nu is het feestje voorbij, zijn de regenboogvlaggen op het stadhuis gestreken en ligt het zebrapad er stilletjes bij te verkleuren. Toegegeven, het is “maar” een symbool en het mag ook nog het hele jaar blijven liggen, maar van wat voor aandacht van de stad voor – pak ‘m beet – 7 à 10% van haar bevolking getuigt zo’n vervagend symbool? En dan hebben we het niet over de aandacht tijdens die Roze Zaterdag, maar juist die voor de rest van het jaar en de tijden daarna.
Als dat zebrapad er nou eens – beetje fris bijgeschilderd, graag – zou blijven liggen, niet tot het eind van het jaar, maar zoals alle zebrapaden, gewoon voor altijd? Als symbool voor de aandacht voor deze minderheid, voor alle minderheden, als symbool van de tolerantie van Maastricht, van Nederland en als waarschuwing dat dat - elders maar ook hier – niet vanzelf gaat. En – ook al mag dat niet van de verkeerswetgeving – dan graag net als in Utrecht in regenboogkleuren gewoon dwars geschilderd zoals alle andere zebrapaden binnen de gemeentegrenzen.
Roos-Marie Bal, voorzitter bestuur KCEM Maastricht-Heuvelland
Liesbeth van Binnebeke, stafjurist rechtbank Limburg/COC regenboogambassadeur Maastricht-Heuvelland
Luca Duppen, President LGBT Maastricht
Maria Essers, voorzitter buurtplatform Argus
Geert Lamers, directeur RTV Maastricht
Antoine van Lune, burger-niet-raadslid PvdA
Patrick van der Pas, belangenbehartiger LGBTQI Community
Richard Schoffeleers, gemeenteraadslid D66
Wim Smeets, artistiek directeur Muziekgieterij
Mark Toemen, directeur Living Maastricht
Paul Westerneng, voormalig voorzitter COC Zuid-Limburg
Dit opiniestuk is op zaterdag 18 juli 2015 gepubliceerd in Dagblad de Limbuger regio editie Maastricht.
Het was intussen wel vrijwel de laatste officiële daad van de burgemeester. Weet u zeker dat als de keurig hetero getrouwde burgervader had zitten zoenen met een frisse jonge dame er net zo veel commotie was ontstaan? Als u uit een voor homoseksuelen niet zo fijn land als Rusland voor politiek asiel naar Nederland bent gevlucht, denkt u dan dat u hier met open armen wordt ontvangen? U weet dat u als homo niet in Iran, Saoedi-Arabië of de Islamitische Staat wil wonen. Maar weet u hoeveel openlijk homoseksuele voetballers er in Nederland spelen, in het betaald voetbal of bij de amateurs? Net zo veel als er homoseksuele leerlingen zijn op de middelbare school? Of op de werkvloer?
Moet iedereen dan weet hebben van zo’n privé zaak als seksualiteit? Nee, een en ander speelt zich achter de voordeur, ja zelfs achter de slaapkamerdeur af. Ien Dales, voormalig minister van Binnenlandse Zaken, had weliswaar een relatie met de vrouwelijke burgemeester van Haarlem, maar wenste het daar níet over te hebben. Onno Hoes dacht in een andere tijd te leven, maar had buiten de undercover TV reporter gerekend. Niemand heeft er iets mee te maken, toch vindt iedereen er wat van en wil er zich maar wat graag mee bemoeien!
We zijn van ver gekomen: nu kunnen homoseksuelen trouwen, kinderen adopteren of bij hun dood gewoon alles nalaten aan hun vrouw of man. Niet alleen in het progressieve Nederland, maar al heeft ‘t even geduurd ook in zulke niet zo vooruitstrevende landen als Frankrijk, Spanje, Ierland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten is trouwen voor homo’s en lesbiennes nu mogelijk. (Oh ja, hier net over de grens in Duitsland trouwens niet.)
Op Roze Zaterdag was zoals altijd de meest gehoorde vraag in regionale en plaatselijke kranten en tv zenders dan ook: ‘is dat nou nog nodig?’ Want het lijkt toch allemaal zo vanzelfsprekend. Zo gewoon en zo onomkeerbaar dat er een ernstige roze metaalmoeheid is opgetreden, onverschilligheid zelfs: laat die homo’s maar een feestje houden ….
Nu is het feestje voorbij, zijn de regenboogvlaggen op het stadhuis gestreken en ligt het zebrapad er stilletjes bij te verkleuren. Toegegeven, het is “maar” een symbool en het mag ook nog het hele jaar blijven liggen, maar van wat voor aandacht van de stad voor – pak ‘m beet – 7 à 10% van haar bevolking getuigt zo’n vervagend symbool? En dan hebben we het niet over de aandacht tijdens die Roze Zaterdag, maar juist die voor de rest van het jaar en de tijden daarna.
Als dat zebrapad er nou eens – beetje fris bijgeschilderd, graag – zou blijven liggen, niet tot het eind van het jaar, maar zoals alle zebrapaden, gewoon voor altijd? Als symbool voor de aandacht voor deze minderheid, voor alle minderheden, als symbool van de tolerantie van Maastricht, van Nederland en als waarschuwing dat dat - elders maar ook hier – niet vanzelf gaat. En – ook al mag dat niet van de verkeerswetgeving – dan graag net als in Utrecht in regenboogkleuren gewoon dwars geschilderd zoals alle andere zebrapaden binnen de gemeentegrenzen.
Roos-Marie Bal, voorzitter bestuur KCEM Maastricht-Heuvelland
Liesbeth van Binnebeke, stafjurist rechtbank Limburg/COC regenboogambassadeur Maastricht-Heuvelland
Luca Duppen, President LGBT Maastricht
Maria Essers, voorzitter buurtplatform Argus
Geert Lamers, directeur RTV Maastricht
Antoine van Lune, burger-niet-raadslid PvdA
Patrick van der Pas, belangenbehartiger LGBTQI Community
Richard Schoffeleers, gemeenteraadslid D66
Wim Smeets, artistiek directeur Muziekgieterij
Mark Toemen, directeur Living Maastricht
Paul Westerneng, voormalig voorzitter COC Zuid-Limburg
Dit opiniestuk is op zaterdag 18 juli 2015 gepubliceerd in Dagblad de Limbuger regio editie Maastricht.
zaterdag 4 april 2015
Het aantal betaalbare huurwoningen staat onder druk
Ik maak mij zorgen, want in toenemende mate dreigen er te weinig betaalbare huurwoningen over te blijven in Maastricht. Om dit te voorkomen is nu actie nodig van gemeente en corporaties.
In 2010 waarschuwde het RIGO (Research Instituut Gebouwde Omgeving) tijdens een hoorzitting over volkshuisvesting van de gemeenteraad voor een tekort aan betaalbare huurwoningen. Ze deed dat naar aanleiding van het voornemen van woningcorporatie Servatius om 100 woningen per jaar te gaan verkopen. Sindsdien is Servatius met een ambitieus verkoopprogramma gestart en verkoopt nu een paar honderd woningen per jaar. Tegelijkertijd verkopen ook Maasvallei en Woonpunt in hoog tempo woningen.
In zijn brief van afgelopen december bevestigt wethouder Gerdo van Grootheest dat de waarschuwing van het RIGO inmiddels werkelijkheid is geworden en meldt hij een tekort van 750 betaalbare huurwoningen. Ook de provincie Limburg waarschuwt eind 2014 dat de vraag naar goedkope eengezinswoningen groter is dan het aanbod. Bovendien verwacht de gemeente dat het aantal huishoudens de komende jaren zal toenemen.
En dat heeft gevolgen: in Maastricht groeit de wachtlijst voor een sociale huurwoning.
Dit tekort aan betaalbare huurwoningen is niet alleen ontstaan door het buitensporige verkoopbeleid, maar is ook het gevolg van het verhuurbeleid van de corporaties. De huurverhogingen van de Maastrichtse corporaties zijn aantoonbaar hoger dan het landelijke gemiddelde. En als een woning leegkomt en niet wordt verkocht, wordt een woning met een fors hogere maandhuur aan woningzoekenden aangeboden.
Het is een Maastrichts probleem dat ook veroorzaakt wordt door landelijk beleid, want de ontwikkelingen worden versterkt door de verhuurdersheffing van het kabinet. Dit heeft als gevolg dat alleen al de afgelopen 2 jaar de huren met gemiddeld 9,2% zijn gestegen. Voor de gemiddelde huurder is dat 40 euro per maand! En die stijging zet de komende jaren door.
Wat mij betreft is het 5 over twaalf. Het verkoop- èn huurbeleid van corporaties moet zo snel mogelijk worden veranderd. Daarvoor is wel een wil nodig - bij de corporaties en de gemeente - om dit te doen. En het is mogelijk als de corporaties en de gemeente begrip hebben voor elkaars problemen, elkaar hulp bieden waar mogelijk en het beleid ingrijpend veranderen waar nodig. Ik daag de wethouder en vooral de corporaties uit om met voorstellen te komen hoe het beleid anders kan.
zaterdag 21 maart 2015
Open brief aan wethouder John Aarts
Beste wethouder Aarts, beste John,
Maastricht presenteert zich graag als een gastvrije én tolerante stad. De gemeente steunt COC Limburg om voorlichting op middelbare scholen en voetbalclubs te geven om zo de acceptatie van LHBT'ers (lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders) te bevorderen. Dit jaar wordt ook het landelijke evenement 'Roze Zaterdag' voor de derde keer in Maastricht georganiseerd. Alleen is er helaas op dit moment te weinig aandacht in Maastricht voor de acceptatie van LHBT'ers op de werkvloer. Dat is niet terecht.
Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau ('Seksualiteit en werk', 2013) is gebleken dat 4 op de 10 homoseksuelen, lesbiennes en biseksuelen op hun werk in de kast zitten. Dat is een fors aantal LHBT'ers die zich blijkbaar nog niet veilig genoeg voelen op hun werk. Daarnaast geeft 50% aan dat er op het werk grappen worden gemaakt over homoseksuelen. Dat is een heel herkenbaar beeld, want nog te vaak hoor ik op de werkvloer iemand 'homo' zeggen op het moment dat men zich negatief wil uitlaten over een persoon, terwijl uit hetzelfde onderzoek van het SCP blijkt dat een goed diversiteitsbeleid de werkbeleving, de sociale omgang en het welzijn van alle werknemers - ongeacht hun seksuele oriëntatie - verbetert.
De gemeente zal een voortrekkersrol op zich moeten nemen in het verbeteren van de LHBT-vriendelijkheid van de werkvloer. Er is alleen geen tot weinig informatie over de LHBT-vriendelijkheid van de werkvloer bij gemeenten, ook niet bij de gemeente Maastricht.
Op dit moment is Dutch Government Pride (DGP) - een landelijk platform van LHBT'ers die werkzaam zijn bij de overheid - een onderzoek aan het voorbereiden in samenwerking met de Universiteit Leiden over de LHBT-vriendelijkheid van de werkvloer van gemeenten. De gemeente Amsterdam heeft zijn deelname al toegezegd en de gemeente Maastricht zou zich daar bij moeten aansluiten. Door zich nu aan te sluiten bij het onderzoek kan de gemeente ook een bijdrage leveren aan de opzet van het onderzoek. Daarnaast kan de gemeente het onderzoek laten verbreden naar andere minderheden binnen de ambtelijke organisatie, want iedereen is gebaat bij een goed diversiteitsbeleid binnen de ambtelijke organisatie.
Als de gemeente meedoet aan het onderzoek van DGP en de Universiteit Leiden dan krijgt de gemeente niet alleen een goed beeld over hoe het zijn eigen diversiteitsbeleid kan verbeteren, de gemeente heeft ook een basis om andere werkgevers in Maastricht aan te spreken op hun eigen diversiteitsbeleid. Ik roep het college van Burgemeester en Wethouders dan ook op om mee te doen aan het onderzoek van DGP.
Met vriendelijke groeten,
Antoine van Lune
Burger-niet-raadslid, PvdA-fractie Maastricht
Maastricht presenteert zich graag als een gastvrije én tolerante stad. De gemeente steunt COC Limburg om voorlichting op middelbare scholen en voetbalclubs te geven om zo de acceptatie van LHBT'ers (lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders) te bevorderen. Dit jaar wordt ook het landelijke evenement 'Roze Zaterdag' voor de derde keer in Maastricht georganiseerd. Alleen is er helaas op dit moment te weinig aandacht in Maastricht voor de acceptatie van LHBT'ers op de werkvloer. Dat is niet terecht.
Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau ('Seksualiteit en werk', 2013) is gebleken dat 4 op de 10 homoseksuelen, lesbiennes en biseksuelen op hun werk in de kast zitten. Dat is een fors aantal LHBT'ers die zich blijkbaar nog niet veilig genoeg voelen op hun werk. Daarnaast geeft 50% aan dat er op het werk grappen worden gemaakt over homoseksuelen. Dat is een heel herkenbaar beeld, want nog te vaak hoor ik op de werkvloer iemand 'homo' zeggen op het moment dat men zich negatief wil uitlaten over een persoon, terwijl uit hetzelfde onderzoek van het SCP blijkt dat een goed diversiteitsbeleid de werkbeleving, de sociale omgang en het welzijn van alle werknemers - ongeacht hun seksuele oriëntatie - verbetert.
De gemeente zal een voortrekkersrol op zich moeten nemen in het verbeteren van de LHBT-vriendelijkheid van de werkvloer. Er is alleen geen tot weinig informatie over de LHBT-vriendelijkheid van de werkvloer bij gemeenten, ook niet bij de gemeente Maastricht.
Op dit moment is Dutch Government Pride (DGP) - een landelijk platform van LHBT'ers die werkzaam zijn bij de overheid - een onderzoek aan het voorbereiden in samenwerking met de Universiteit Leiden over de LHBT-vriendelijkheid van de werkvloer van gemeenten. De gemeente Amsterdam heeft zijn deelname al toegezegd en de gemeente Maastricht zou zich daar bij moeten aansluiten. Door zich nu aan te sluiten bij het onderzoek kan de gemeente ook een bijdrage leveren aan de opzet van het onderzoek. Daarnaast kan de gemeente het onderzoek laten verbreden naar andere minderheden binnen de ambtelijke organisatie, want iedereen is gebaat bij een goed diversiteitsbeleid binnen de ambtelijke organisatie.
Als de gemeente meedoet aan het onderzoek van DGP en de Universiteit Leiden dan krijgt de gemeente niet alleen een goed beeld over hoe het zijn eigen diversiteitsbeleid kan verbeteren, de gemeente heeft ook een basis om andere werkgevers in Maastricht aan te spreken op hun eigen diversiteitsbeleid. Ik roep het college van Burgemeester en Wethouders dan ook op om mee te doen aan het onderzoek van DGP.
Met vriendelijke groeten,
Antoine van Lune
Burger-niet-raadslid, PvdA-fractie Maastricht
woensdag 4 maart 2015
Maastricht student en stad; geen tijd om stil te zitten!
De studentenportal, extra controles van studentenhuizen en
het huurteam waren al in 2013 onderdeel van mijn actieplan 'student en stad'. In
2013 pleitte ik er daarnaast voor om de internationale studentenclub een plaats
te geven in de stad (link). Deze ideeën waren ontstaan na veel gesprekken met
studenten en andere inwoners. Nu zijn het de eerste onderdelen van het beleid
dat in 2015 gerealiseerd wordt. Het is nog maar het begin van de ontwikkeling
van Maastricht als internationale studentenstad. Tijd om stil te zitten is er
niet. Er moet nu al nagedacht worden over welke volgende acties prioriteit behoren
te hebben.
Het gevaar bestaat dat gemeente, universiteit en andere
organisaties gezamenlijk prioriteiten stellen zonder in gesprek te blijven met
de inwoners van Maastricht. Het is niet voldoende om als universiteit een
discussie te voeren in de universiteitsraad en het is ook niet voldoende als de
gemeente een 'stadsronde' organiseert om in gesprek te gaan met de universiteit
en andere belanghebbenden.
De beste ideeën voor de verdere ontwikkeling van Maastricht
internationale studentenstad komen van studenten en andere inwoners
gezamenlijk. Alleen wanneer verschillende groepen (studenten, sjengen, expats
etc.) gezamenlijk de schouders er onder zetten kunnen we van Maastricht als
internationale studentenstad een succes maken.
Er kan niet gewacht worden met het bij elkaar brengen van de
verschillende groepen in de stad, dus ik pak de handschoen op om inwoners mee
te laten discussiëren over student en stad. In april zal ik samen met studenten
een bijeenkomst organiseren over welke volgende stappen nodig zijn om
Maastricht internationale studentenstad een succes te maken. Doen jullie mee?!
Abonneren op:
Posts (Atom)