woensdag 30 juni 2010

Badwater

Bezuinigen op homo-emancipatie is kind met het badwater weggooien

Vorige week kwam het SCP-rapport “Steeds gewoner, nooit gewoon” uit over de acceptatie van homoseksualiteit in Nederland. Over de hele linie genomen blijkt dat de acceptatie van homoseksuelen groter is geworden, maar onder een aantal groepen is het nog steeds problematisch. Een van die groepen zijn de jongeren. Een op de tien jongens wil niet bevriend zijn met een homo. De helft van de jongeren vinden het vies als twee jongens zoenen. En een op de drie jongeren denkt dat het niet veilig is om op school eerlijk te zijn over je homoseksualiteit.

Als we er voor willen zorgen dat homoseksuelen, biseksuelen en lesbiennes in de toekomst veilig voor hun seksualiteit uit kunnen komen, zullen we vooral ons beleid op jongeren moeten richten. Met de subsidie van voormalig minister Ronald Plasterk aan een aantal gemeenten is men in 2008 in Maastricht begonnen met een project waarbij verbetering van de acceptatie van homoseksualiteit op scholen centraal staat, een fantastisch project dat met dezelfde regeling ook in Heerlen is gestart in 2009. In 2011 loopt die subsidieregeling af. Grote bezuinigingen komen op Maastricht af vanwege de economische crisis. Zonder een landelijke subsidie dreigt er dan ook weinig tot geen budget over te blijven voor homo-emancipatiebeleid, dat mag niet gebeuren!

Een serieuze kandidaat voor Culturele Hoofdstad 2018 kan natuurlijk niet zonder een serieus homo-emancipatiebeleid. Samen met de grote steden, de provincie en belangenorganisaties zal er gewerkt moeten worden aan een veilige leefomgeving voor iedereen. Dit begint bij jongeren, maar binnen andere groepen zoals orthodox religieuze groepen valt ook nog veel werk te doen.

In de afgelopen jaren is er door de gemeente, scholen en COC in Maastricht een begin gemaakt met het verbeteren van de acceptatie van homoseksualiteit onder jongeren. Laten we dit beleid voortzetten en versterken door samenwerking in de regio en niet het kind met het badwater weggooien!

woensdag 23 juni 2010

Transparant

Deze week werd in de commissie stadsontwikkeling de jaarrekening besproken. De bespreking van de Jaarrekening is een cruciaal moment voor de controlerende taak van de gemeenteraad. Het is het moment waarop de gemeenteraad de prestaties kan beoordelen van het voorgaande jaar, lering kan trekken uit het verleden en de consequenties voor het toekomstige beleid kan bepalen.

De programma’s over stadsontwikkeling en wonen worden sterk beïnvloed door de demografische ontwikkeling en de economische krimp. Bij de inrichting van onze stad moet voortdurend rekening worden gehouden welke effecten demografische, economische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen hebben op de toekomst van onze stad.

De bouwsector is een van de sectoren die naast de bankensector het hardst getroffen is door de huidige crisis. Woningcorporaties , projectontwikkelaars en aannemers ondervinden in het hele land problemen. Sommigen van hen zijn ernstig in de problemen gekomen in 2009 en anderen gaan onzekere tijden tegemoet in 2010. In dit licht lijken de problemen in Maastricht nog te overzien. Dit betekent niet dat het gevaar geweken is. Het economische herstel is namelijk nog fragiel.

Het is daarom van groot belang dat de raad op de hoogte is van de risico’s van grote projecten. Zoals het college al eens heeft gezegd is het niet in het belang van de projecten dat alles openbaar wordt, en daarom zou de raad regelmatig vertrouwelijk geïnformeerd moeten worden over de stedelijke projecten o.a. over de risico’s. Voor zover dat mogelijk, is behoort het debat natuurlijk publiekelijk gevoerd te worden. Het vertrouwelijk informeren van de raad is alleen bedoeld als een ‘last resort’, want de toekomst van de stad gaat niet alleen de raad aan, maar vooral de burgers van de stad.

Transparantie tussen college en raad versterkt uiteindelijk de raad in zijn kaderstellende en controlerende taken. Wat betreft de controlerende taak van de gemeenteraad is de jaarrekening een cruciaal stuk waarin de het college verantwoording aflegt over het gevoerde beleid van het voorgaande jaar. Uit de jaarrekening zelf zal dan ook over de hele breedte duidelijk moeten worden welke afgesproken prestaties niet/wel zijn gehaald.

Bij de huidige jaarrekening is dat niet altijd even duidelijk, dus daar moet verbetering in komen. Maar de raad kan ook zelf haar verantwoordelijkheid nemen en kiezen om de jaarrekening niet tegelijk met de kaderbrief te behandelen, zodat de jaarrekening de aandacht krijgt die het verdient. In het belang van de stad en de rol van de raad als de uiteindelijke controlerende macht op lokaal niveau.

Deze tekst is een aangepaste versie van mijn bijdrage in de commissie stadsontwikkeling. Klik hier voor de tekst van de bijdrage.